Wie in het schemerdonker met een camionette kapotte frigo’s in het bos gaat dumpen is wel een misdadiger. Nochtans heb je meer kans om gepakt te worden als je 36 km/u rijdt. Is dat wel correct?
Het kan je perfect voorvallen dat je in de bergaf meer aan het letten bent op de voetgangers en fietsers, dan op de snelheidsmeter. Je kan erover nadenken hoe je zo’n situatie kan vermijden, maar dat maakt je nog niet tot een gevaar op de weg.
Een zone 30 is bedoeld om ervoor te zorgen dat voetgangers en fietsers zich veilig kunnen verplaatsen in het dorpscentrum. Het is ook fijner om te gaan winkelen in een zone 30, om een praatje te maken met de buren en om te genieten met vrienden op een bankje. Hoe groter de stad, hoe meer zone 30, dat is logisch. Als je van heel de wereld een zone 30 maakt, dan verliest de zone 30 een beetje zijn waarde. Het moet op een goed afgemeten plek gebeuren, zodat het ook voor iedereen logisch overkomt.
Waar veel mensen zich samen moeten verplaatsen op een kleine oppervlakte is dat niet altijd meer mogelijk dat iedereen dat met de wagen doet. In die situatie moeten we plaats vrij maken voor voetgangers en fietsers, die nemen minder plaats in en zorgen ervoor dat ook het autoverkeer vlotter kan lopen.
‘Vlotter’, want vlot zal het nooit meer gaan. We hebben nog steeds de neiging om per jaar 1% meer kilometers met de wagen te rijden. In de Vlaamse Rand komt daar nog bij dat we ook per jaar met 1% meer inwoners zijn. Denk er even over na wat dat betekent binnen 10 jaar. We moeten naar een duidelijke plaats voor elk vervoersmiddel en we zullen – willen of niet – een deel van onze verplaatsingen op een andere manier moeten gaan doen.
Om dat ordentelijk te doen, moeten we ook de volledige wegeninfrastructuur aanpakken. Want enkel op een weg die duidelijk ingericht is, is het logisch dat je je aan de voorziene snelheid houdt. Een autostrade met een bord 30 is nooit een goed idee.