Een West-Vlaamse met een hoofddoek…

Het was in volle coronatijd en je weet wel dan was de sfeer soms wat gespannen.  De supermarkten hadden ineens personeel ter beschikking om de mensen bij de ingang aan te spreken.  Dat was nodig, want niet iedereen interpreteerde de regels op dezelfde manier en dikwijls vlogen we elkaar in de haren omdat we te streng of te laks waren in verband met de coronaregels.  

In een Ternatse supermarkt werd ik vriendelijk aangesproken door een medewerker: ‘We vragen u een karretje te gebruiken meneer.’  ‘Dat zal ik zeker doen, fijne dag nog!’  Ik vond dat hij recht had op een fijne dag, want het leek mij een saaie taak om de hele dag mensen aan te spreken op de coronaregels, en ik vermoedde dat hij niet van iedereen een ‘fijne dag’ zou krijgen.

Na mij kwam een gesluierde vrouw de winkel binnen.  Even vriendelijk vroeg hij ‘Une charrette, s’il vous plait’.  De dame keek even verbaasd op, maar herpakte zich dan : “Oh ja, natuurlijk, een winkelwagentje”.  Haar tongval verraadde Westvlaamse roots.  De winkelbediende was even van zijn melk, dat antwoord had hij duidelijk niet verwacht. 

Het vervolg van het verhaal speelt zich volledig af in de hoofden van de winkelbediende en mezelf, zonder dat er nog één extra woord hoefde gezegd te worden.  Het werd de man wel heel onduidelijk, nu wist hij totaal niet meer in welke taal hij de klanten zou moeten aanspreken.  Breeddenkend als hij was sprak hij de dame aan in de taal die hij vermoedde die het best bij haar zou passen.  Dit pakte totaal verkeerd uit: Hoeveel keer zouden mensen met een hoofddoek zonder aanleiding in het Frans worden aangesproken?  In plaats van breeddenkend over te komen, blijkt nu dat hij op basis van uiterlijk mensen in het hokje ‘verstaat toch geen Nederlands’ gestoken heeft. Maar vooral werd hij heel onzeker.  In welke taal moet hij de volgende klant aanspreken?  Misschien komt er een blanke middenklasser binnen, maar is die toch franstalig?  

De dame was intussen een heel stuk opgeschoten in de winkel, maar ik wil ze langs deze weg toch nog even bedanken.  Je hebt ons stevig belachelijk gemaakt, maar dankzij jou hebben we weer een beter inzicht over hoe wij met onze eigen taal omgaan.  En sorry trouwens dat ik je zomaar als Westvlaamse catalogeer, het was niet mijn bedoeling om op uiterlijke dingen af te gaan.  Wat de taal betreft lijkt het mij logisch dat we best met z’n allen goeie afspraken maken.  Mensen die hier wonen spreken Nederlands, of leren Nederlands.  Je hoeft niet te twijfelen over de taal waarin je iemand aanspreekt, zeker niet op basis van kleding, een huidstint of wat dan ook.  Dat zou nu juist discriminatie zijn en die van die apartheid willen we graag vanaf.  Eén taal, iedereen welkom! 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Please Wait